EEN KLUCHT.
Zaterdag 01 april, is hij hier 366 dagen geleden aangekomen. Een
fleurig Hawai hemd rond een stevige torso. Een beginnende rijzige,
grijze, deftige heer. Den nieuwen directeur. Iedere gevangene, ik-
zelf inbegrepen, en al het personeel, vol vragen. Hoe zou dit nu
gaan lopen, het post-mijnheer-Stas tijdperk.
Zonnig, was het minste wat je kon verwachten, als je de kledij be-
keek. En de geruchtenmolen deed ook zijn werk.
Als golven werden ze verspreid, steeds tegen elkaar opbotsende.
Als een soort tsunami, maar een kleintje in volume. Den directeur
had niet alleen kleurrijke hemden, maar zou ook een warm hart heb-
ben, bij was een zorgend persoon, want zijn carrière begon ooit als
verpleger. Niets kon er mislopen.
Bekijk onze titel niet als te letterlijk, want in een gevangenis weet
je maar nooit. Neen, het is een one-liner, en geen metafoor over
afgeklopt worden. Een one-liner over het vieren van een verjaardag.
Maar wat is er dan te vieren ? Waarom zal er één kaarsje uitgebla-
zen worden ? Is er wel iets te vieren ? Weet je, ik maak er me heel
gemakkelijk vanaf, en haal slechts één puntje aan, voor de rest ver-
wijs ik naar al mijn andere teksten op deze blog.
En dat ene puntje is : communicatie. Praten, en blijven praten is
het platform van overeenkomst tussen mensen. Als dit niet kan, is
men ver af van een genormaliseerde situatie. Ik kan daar meer dan
één boek over schrijven, hoe het net niet verloopt. Ik had het bij-
zonder geluk, heel recent de grote baas te ontmoeten, en dat viel
tegen, maar dat is een ander kleurrijk verhaal.
Inderdaad, je zal maar vieren op één april, de dag dat men de
mensen men een klucht bedenkt. Ik kan me daar niet van ontdoen.
Marc Dendodo.