Ik had na mijn titel ‘ Waarom al dat provoceren’, nog heel wat be-
denkingen. Een reden tot piekeren dus. Wat had ik nu geschreven.
Hoe zou ik dat aanpakken ? Hoe schrijf je ethisch over een situatie
die je dikwijls afblokt, zodanig dat het zelfs levensbedreigend kan
worden ? Ik wist me daar niet meteen raad mee.
Een zaak is zeker, wat ik vaststel, stel ik niet alleen vast, maar ik
ben wel alleen, als het op reageren met de pen aankomt. Er wordt
veel over gepraat, geklaagd, gezaagd. Maar het is och zo moeilijk
om het op papier te zetten. Maar wat als niemand het ten slotte
doet ? Wat brengt het mij op ? Ik wik en ik weeg, en kan geen per-
soonlijk voordeel vinden. Of wel, voel ik me wel goed als ik zwijg ?
Is dat wel ik ?
En dan put ik energie uit al die mooie woorden, die ik af en toe krijg
toegestuurd, of mensen die me spontaan zeggen : doe zo voort.
Welnu, het kan me verdomd niet schelen wat er zal gebeuren. Ik
kan niet zwijgen, erger nog, ik mag niet zwijgen. Alleen ik probeer
het anders te brengen. Nog creatiever, maar vooral minder provo-
cerend naar mensen toe, die het niet verdienen, omdat ze niet beter
kunnen.