DEEL 17. IN HET HOOFD VAN… DE GEKWELDE MIJZELF.

“Durf ik het of durf ik niet ! “

 

Heb jij dat ook nog gedaan, bloemblaadjes trekken om te weten of
je het durft of niet ? Als kind namen we hier meestal madeliefjes
voor. Maar hier zijn geen bloemen, tenzij je de madeliefjes van lie-
ve dames, die hier werken, zo zou betitelen. Maar dat zou hen dan
ook weer oneer aandoen.

 

Wel, lieve lezer, ja andermaal, en voor de zoveelste keer beleef ik
een ‘bestaanscrisis’, wat mijn blog betreft. Doe ik het nog verder
of niet ? Want als ik echt wil schrijven wat er omgaat, dan krijg ik
schrik. Schrik van de gevolgen. Want, wees gerust, gevolgen zijn
er. Dus, ja, ik leef in twijfel, en ik heb dan maar teruggegrepen naar
de ‘lottrekking met het madeliefje’. En ik kwam bij… niet doen…
Geef er de brui aan !

 

Marc, waarom zou je het nog doen, misschien ben je morgen bui-
ten. Het zal jou een zorg zijn. Maar het bleef nazinderen, het bleef
mijn hoofd triggeren. Zoveel onmenselijkheid, of moet ik het anders
zeggen, zoveel menselijk, ttz. de foutenlast van menselijkheid.
Nonchalance, geen zin in, geen aandacht voor, laksheid, je m’en
fou-tisme, ze kunnen me gestolen worden, trop is trop. Kortom, de
mens op zijn gewoonst.

 

Ik heb de madeliefjes genegeerd, en ik ben, na een korte pauze,
opnieuw in mijn pen gekropen, om vooral eerlijk te blijven met me-
zelf. Dit moet de buitenwereld weten. Vijf, tien, duizend, hoeveel
ook er dit lezen, iedereen moet beseffen Mijnheer de minister, het
zal weldra branden, dit is een verwittiging, dit is een waarschuwing,
dit is onderdeel van uw oproepen om ‘anders regeren’.
Ik moet schrijven, want u brengt levens in gevaar !!