Een theater monoloog. Een boek. Een blog vol. en dit allemaal
over een systeem dat vierkant draait. Ik ben dit zo moe, altijd
hetzelfde te schrijven. En dan wil ik ermee stoppen. Stoppen, om
mensen moedwillig op hun fouten te wijzen. Het heeft toch geen
zin. En mensen kwetsen, staat eigenlijk niet in mijn agenda.
Maar dan telkens opnieuw, zijn er terug die signalen. Lezers die
me kaartjes toesturen met wensen : doe verder, wat je doet is
goed, we bidden voor je. Anderen die schrijven : er zijn er meer
die je volgen dan je denkt, en we weten ook dat het niet gemak-
kelijk is iets te veranderen. Ergens heeft je actie toch wel zin.
Vandaag kreeg ik een soort smeekbrief van :
“Jij mag nu vooral niet stoppen. Iedereen klaagt en zaagt, maar
niemand doet er iets mee. Jij zegt het tenminste. Jij zegt dat we
veel meer gestraft worden dan de wet voorschrijft. Heb je dan
niet langer het recht om dit verhaal te brengen, of zelfs de plicht.
Laat je niet intimideren. Doe het voor ons. Ik hoop dat je door-
gaat met artikels, opdat de tijd, dat je hier was, toch een reden
had”.
En tenslotte is er ook mijn eigen dagelijkse motivatie. De dingen
die dagdagelijks mislopen zijn een voedingsbodem van frus-
tratie, die ik eigenlijk alleen kan afwerken door het uit te schrijven.
Het werkt therapeutisch.