IN DE HUID VAN DE CIPIER.

 

Zou ik dit durven schrijven ? Want, wie ben ik ? Een gevangene
die zich verplaatst in het vel van een ander. Daar moet je lef voor
hebben.
Een wijf met ballen, een klootzak, wat moeten ze niet allemaal
over zichzelf horen.  Ja, ik zou het durven, erover schrijven, ge-
woon omdat het publiek ook recht heeft om de ware cipier te le-
ren kennen.
De mens achter het kostuumke, achter de sterren en strepen.
Maar vooral omdat ik overtuigd ben dat er wel de vakbond voor
cipiers is, maar ondanks dit, ze zo eenzaam en alleen dienen om
te gaan met hun job.

 

Je bent jong en je wilt wat. Je bent 35+-er en verliest je job, of 50
en je wil nog een plan B uitvoeren, een carrièreswitch. En dan is
er Selor, het orgaan van de overheid die jobs in de kijker heeft
staan. Ditmaal : penitentiair beambte.
Alleen al de titel lonkt mooi. Maar het is niet de titel  of de verlo-
ning die je aanspreken. Je wil wel iets doen, met mensen omgaan.
En geef toe, de gevangenis, dat lijkt speciaal.

 

En dan begin je er aan. De  oudere garde werd er zo ingesmeten.
Je leerde de knepen van het vak al doende, en je steunde je in-
formatie op wat collega’s je wijsmaakten. Hun visie was dikwijls
bepalend voor die van jou.
Heden ten dage wordt er een soort stage-opleiding voorzien. Een
ganse stap voorwaarts, maar in mijn ogen nog te beperkt, en vooral
gericht op veiligheid. Iets wat natuurlijk heel belangrijk is, maar niet
het allerbelangrijkste.

 

Cipier worden was niet echt mijn beroepskeuze, gewoon omdat er
geen echte omschrijving te geven is van de job, maar ik ben er dan
ook zomaar ingestapt, om andere redenen. Wat me dus allemaal
zou overkomen was me onbekend, wel wist ik dat ik iets voelde om
bejegening uit te stralen naar mensen. Mensen, meestal in grote
nood. Ik begon dan ook met een soort idealisme, en werd links en
rechts hierin gestimuleerd. Ik kan echter niet voorbij gaan aan de
woorden die ik spijtig genoeg af en toe hoorde, niet fluisteren, maar
luidop roepen..
Er zitten weer niet veel ambetanteriken  tussen de nieuwen. Voor
mij zijn enkel celdeur en celnummers belangrijk. Ik vergeet dat ik
met mensen werk. Beleefdheid, respect en geduld verlies ik soms.
Dit kan aanleiding geven tot onnodige conflicten. Die gasten ver-
dienen niet beter. Ja, dit zijn uitspraken die onder mijn huid kropen.
Sommige collega’s kregen daar een taai vel van. Het mijne bleef
roze, omdat ik nu eenmaal meer wilde zien dan de feiten achter
ieder mens.
Het brak me al eens zuur op, gedetineerden profiteerden al eens van
mijn goedheid, collega’s keken toe met argusogen. Net als in alle
andere bedrijven, is werken in groep onderhevig aan een sociaal
dynamisme, waarbij fenomenen ontstaan die niet altijd goed te pra-
ten zijn. De stress en de bijzonderheid van onze biotoop zorgden
voor een extra laagje vernis op de kaft van ons levenswerk :  ‘ de
Cipier ‘ rol die we allemaal hadden.

 

Ik haal hier ook enkele typische uitspraken aan :  Het is allemaal de
schuld van de chef, maar ze noemden ons allen chef. De vakbond
komt niet genoeg voor ons op. Ja, de vakbond was niet slecht be-
zig als het ging over onze materiële werkomstandigheden.. Maar
werken is meer dan geld, werken is vooral zinvol bezig zijn. Arbeids-
vreugde. En daar kan het wel beter.
Ik hoop op meer respect, op gehoord te worden. En dan keek men
dikwijls richting Directie. Maar daar keek men richting Brussel. En
ja, iedereen had wel gelijk, maar ondertussen tikte de klok verder.
De klok van onze tijd, ons leven.

 

Ik voel me opbranden in zo’n structuren, was de laatste jaren ook
al heel veel te horen. Echter, dit hoorde men zowat overal in de
maatschappij. Of was dit dan toch specifiek voor de detentiehuizen.?
Ik zou best wel af en toe eens een goed ondersteunend gesprek
kunnen gebruiken. Maar professionele hulp is niet voorzien in onze
job. Uw werk goed doen, en blijven doen, vraagt echter nu en dan
om wat steun. Zeker als er zich gevallen van agressie voordoen.
Een feit waar niemand aan kan ontsnappen. Ook de angst die  er
altijd latent aanwezig is, vreet sterk in op je eigen gedrag.    Iedere
deur openen kan steeds een totaal onverwachte actie uitlokken.

 

Kortom, de hoornen huid van cipier is er niet voor niets gekomen.
En soms hebben we er allemaal te weinig oog voor.

 

Het is niet simpel, maar ik hoop vooral dat we samen een andere
impressie gekregen hebben , over die aartsmoeilijke job : Cipier.