MIJN ENGELBEWAARDER… IN PORT TO HELL .

Badend in het zweet om 2 uur ‘s nachts, word ik wakker.. als een
donderslag hoor ik een noodkreet. Andermaal iemand wiens stop-
pen doorslaan… maar mijn stress ontstaat daar niet. Neen ! De
voortdurende ongemakken rondom mij, maken dat ik niet meer
rustig slaap, alles is een nachtmerrie geworden.

 

Ik heb al zoveel gezegd, geschreven, maar de menselijke tekorten
blijven zich opstapelen. Misschien is het wel aan mezelf gelegen.
Maar ik kan zoveel onrecht niet aan. Ik ben er geleidelijk ziek van
geworden. Ik sluit me af van alles rondom mij.
Eigenlijk zou ik het niet volhouden… maar het is zoals steeds, al-
tijd is er een licht. En juist daarover gaat deze titel. In elke duister-
nis is er een baken, die je richting geeft. Die je uitnodigt naar de
veilige haven, die toekomst heet.

 

Aan die lichtbakens wil ik ode brengen. Het zijn mensen, cipiers,
penitentiaire beambten in Wetstraat taal. Maar voor mij zijn het
gewoon (!) engelbewaarders. Mensen, die me af en toe, toelaten
hen te gebruiken als stootkussen, om al mijn klachten en angsten
op uit te boksen. Ze zijn niet gewoon, want ze hebben een passie,
geen negatieve, maar een passie voor hun job. Ja, voor ons, want
wij vormen hun job. Mensen die om je geven, in een wereld waar
zo weinig om elkaar wordt gegeven.
Mensen die zien, dat jij het eventjes niet ziet zitten. Mensen, die
voelen als jij je rot voelt. Mensen, die interesse in je hebben, als
je zelf alle interesse hebt verloren. Mensen die efkens met je
praten, als jij stil zit, sprakeloos, in een hoekje. Mensen die aan-
dacht voor je hebben, als jij zit te staren in de ruimte.

 

Mijn hart loopt over van verdriet, en ondanks is er een plaatsje
voor hen vrij, om hen in te sluiten in mijn gevoelens van dankbaar-
heid. Liefde scheppen voor hen die liefde geven.

 

Ja, de engelbewaarders bestaan, het is een witte merel, een wit
konijn, een witte mensen verhaal, maar ik kan het je verklappen,
ze zijn er, en ik heb bewondering voor hen.