Noem me maar Marc, de Dodo 

Ik was op het hoogtepunt van mijn leven, 53 jaar, toen mijn jongste dochter, Camille ( ondertussen 2,5 jaar later overleden ) geboren werd. Een leeftijd waarin je bent wie je bent, of goed, of slecht. Je hebt alles al eens doorgemaakt en je bent gerijpt of net niet. Maar als je het dan niet hebt, zal je het nooit meer hebben… En hij heeft het, met name hij is mens. En dan bedoel ik, een ECHTE mens.
Je hebt cipiers, chefs, en dan het je Marc. Volgens Selor heb je als cipier geen diploma nodig, alleen de attitude. Dat diploma ( of de afwezigheid ervan ) hoef je niet te bewijzen. Die attitude komt later al of niet naar boven. En chefs die hebben hun dienstjaren ( duur ) als bewijs. Maar dan heb je nog die uitzonderingen, ik noem ze de Marc’s. De PB’ers ( penitentiaire beambten ) die gelukt zijn als ware mensen. Geen vraag is teveel, geen probleem te groot, altijd vriendelijk, altijd tijd, altijd jij voornemen, en in jou als mens blijven geloven.

Maar spijtig genoeg is het met de Marc’s een beetje als met de dodo’s ( deze unieke door mensen uitgemoorde vogelsoort op Mauritius ). Maar in de Nieuwe Wandeling is er nog minstens één zeldzame Dodo, één Marc, achtergebleven. 

Laat ons zorg dragen, respect opbrengen voor dit unieke exemplaar. Laat zijn geest zich verspreiden naar zoveel mogelijk anderen. Het verhaal van de dubbele liefde, liefde voor de anderen net als voor zichzelf.