Open brief aan Koen Geens, Federaal Minister van Justitie,
Jo Van Deurzen, Vlaams Minister van Welzijn,
Het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen,
Jarenlang heb ik geijverd om de burgers in dit land ertoe te brengen hun wettelijke verplichtingen correct en nauwgezet na te leven. En die burgers werden dan zo nodig terecht gewezen en zelfs gepenaliseerd wanneer zij de wetgeving niet naar behoren naleefden.
Het stoort mij dan ook mateloos dat anno 2015, elf jaar nadat de unanieme goedkeuring van de Basiswet van 2005 betreffende het gevangeniswezen op gejuich werd onthaald, de overheid er nog niet in geslaagd is om sommige essentiële bepalingen in werking te stellen. Dat die overheid nog steeds blijft nalaten de nodige uitvoeringsbesluiten uit te vaardigen. Wat moeten de burgers daarvan denken??
Net als vele ingewijden ben ik ervan bewust dat de opleiding en/of aanwerving van deskundig bewaking- en begeleidingspersoneel aanzienlijke financiële gevolgen inhoudt. Evenzeer wat betreft de oprichting en de werking van de toezichtsorganen waarin de Basiswet uitdrukkelijk voorziet. Jammer toch dat elf jaren niet konden volstaan om hiertoe de noodzakelijke kredieten vrij te maken, zelfs niet gedeeltelijk. En dat tot nog toe niets wezenlijks werd ondernomen om de interne rechtspositie van de gedetineerden concreet vast te leggen, zelfs niet hun zo belangrijk detentieplan.
Ondanks de alom gekende begrotingsmoeilijkheden moet het toch mogelijk zijn om, in afwachting van een definitieve doorbraak op dit stuk, een paar efficënte en kosteloze maatregelen te nemen waarmee ten minste de geest van de Basiswet daadwerkelijk in voege wordt gebracht. Tot die maatregelen behoort vooreerst de suggestie die in de vorige open brief duidelijk werd gemaakt: het verzenden van een ministeriële omzendbrief specifiek bestemd voor het voltallig personeel van de penitentiaire inrichtingen waarin dan de uiteindelijke opdracht van het gevangeniswezen zou worden beklemtoond.
Als tweede, even kosteloze maatregel, kunnen de bevoegde ministers van justitie en van welzijn overwegen om via de benaming aan te geven dat ze wel degelijk van plan zijn de tot nog toe verwaarloosde expliciete beginselen van de Basiswet tot werkelijkheid om te zetten. Het zou beslist een beslissende stap betekenen in de goede richting, mede doordat het onbewust zou inspelen op het gedragspatroon van het betrokken personeel. Doodeenvoudig eigenlijk: gewoonweg de gebruikelijke terminologie ombuigen door in alle mededelingen de benaming ‘penitentiaire inrichtingen’ voortaan te vervangen door ‘penitentiaire zorgcentra’.
Dit moet toch kunnen. Des te meer dat het volkomen strookt met de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord van 8 juli 2014: “De Vlaamse Overheid en het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen… zetten zich samen in voor de gemeenschappelijke opdracht om in te staan voor een veilige, rechtsconforme, humane, herstel- en re-integratiegerichte invulling van de vrijheidsberovende straf of maatregel” (artikel 4).
Bovendien ligt mijn voorstel helemaal in de lijn van de voorschriften die in het Vlaams decreet van 8 maart 2013 zijn opgenomen:
“Art. 3 Dit decreet beoogt, binnen de beschikbare budgetten, het recht van alle gedetineerden en hun directe sociale omgeving op een integrale en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening die gericht is op de realisatie van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, te waarborgen, zodat ze zich kunnen ontplooien in de samenleving.
Art. 4 De doelstellingen van de hulp- en dienstverlening zijn:
1. de zelfontplooiing van de gedetineerden stimuleren;
2. het sociale, relationele en psychische evenwicht van de gedetineerde herstellen;
3. de negatieve gevolgen voor de gedetineerde en zijn directe sociale omgeving, veroorzaakt door en tijdens de detentie, beperken;
4. de integratie en participatie in de samenleving na de detentieperiode bevorderen;
Art. 5 Om de doelstellingen, zoals vermeld in artikel 4, te realiseren, vervult de Vlaamse Regering minstens de volgende opdrachten of neemt ze initiatieven met het oog op de realisatie ervan:
1. ze bouwt een kwaliteitsvol en integraal hulp- en dienstverleningsaanbod uit voor gedetineerden en hun directe sociale omgeving;
5. ze implementeert, in samenwerking met de betrokken actoren, een personeels- en organisatieontwikkelingsbeleid ter ondersteuning van de hulp- en dienstverlenende actoren.”
Zou de vooropgestelde wijziging van de benaming geen ideale aanloop zijn naar de volwaardige realisatie van de ultieme doelstellingen van de Basiswet van 2005? Het is alleszins mijn vurige hoop!
Een niet-gedetineerde,
die de hoop blijft koesteren
dat de penitentiaire instellingen,
na meer dan 20 jaar getreuzel, eindelijk, als zorgcentra,
de essentie van hun opdracht kunnen waarmaken!