Gevangenschap slechter dan kanker

Beste lezer,

Marnic en Pieter schreven dit artikel samen. Ze verblijven op dit moment in de gevangenis van Beveren. 

Kanker is één van de meest gevreesde Westerse beschavingsziektes. Het overkomt alle generaties, jong of oud en alle families. De algemene verspreiding van kanker met vaak noodlottige afloop, heeft bij de meeste mensen een waar angstsyndroom doen ontstaan. Zowel binnen de wetenschappen en de geneeskunde worden enorm veel inspanningen geleverd om de ziekte te bestrijden, te stabiliseren of te genezen. Veel wetenschappelijk onderzoek, dure medicatie en nog steeds dure therapieën worden ontwikkeld om te pogen zoveel mogelijk mensen te redden. Men wil koste wat het kost het aantal kankers afremmen en ze zijn daar voor de behandeling van bepaalde kankers ook in geslaagd.

Waarom durven wij in de titel van dit artikel deze eerder oneerbiedige vergelijking maken tussen kanker en gevangenschap?

Kanker is een aandoening waar niemand iets kan aan doen. Je krijgt het ( meestal) zomaar. Hier en daar is gewezen op erfelijkheid, gebruik van tabak, ongezonde leefgewoonten en/of d aanwezigheid van carcinogene stoffen in de omgeving, het milieu.

Gevangenschap is meestal je “eigen schuld ” en dus niet te vergelijken met kanker of een carcinogene aandoening. Nochtans zijn er op dit vlak ook al tal van wetenschappelijke studies verschenen die er op wijzen dat tussen de 75 en 85% van de delicten het gevolg zijn van externe factoren.Net zoals bij kanker er sprake kan zijn van externe factoren is dit in 75% van de delicten ook zo. Als we de studies van gedragspsychologen, criminologen, sociologen, psychiaters e.a. ontleden, liggen vaak externe factoren aan de basis van een delinquent of norm afwijkend gedrag. Denk hierbij aan emoties, verslaving, opvoeding, socio-economische omstandigheden, die aan de basis kunnen liggen van strafbaar of norm afwijkend gedrag.

Waar men in de behandeling van kanker de externe factoren tracht in beeld te brengen en te verminderen en men dure therapieën voorschrijft voor de behandeling, wordt bij een veroordeling wegens strafbaar gedrag de vrijheidsberoving voorgeschreven en uitgevoerd. Of die vrijheidsberoving een ideale oplossing is voor strafbaar gedrag wordt door enkelingen in vraag gesteld maar blijft voor justitie nog altijd de enige oplossing. In plaats van te investeren in rehabilitatie en re-integratie, wordt het geld van het gevangeniswezen gebruikt om menselijk kapitaal te laten verkwijnen.

Meer aandacht zou moeten geschonken worden aan herstel, heropvoeding, genezing en het scheppen van nieuwe kansen voor gedetineerden of ex-gedetineerden. Hiervoor is een andere omkadering en een mentaliteitsverandering noodzakelijk. In het huidige systeem ontbreekt het niet alleen aan geld maar vooral aan visie en meer bepaald een lange termijn visie. Er wordt nog altijd veel meer energie en geld gestoken in beveiliging dan in herstel, rehabilitatie en/of genezing. De echte zorgverleners in de penitentiaire instellingen zijn te beperkt in aantal en middelen. Nog te veel aandacht gaat naar criminogenèses en de uitvoering van de straf, dan naar het voorkomen van recidive.

Niettegenstaande de overheid in 2005 de zorgverlening binnen de gevangenis wettelijk bepaald heeft, lukt het diezelfde overheid niet om dit deftig te organiseren. Veelal wordt het excuus gebruikt dat dit komt door een gebrek aan financiële middelen. Het gebrek aan een duidelijke en menselijke visie is ons inziens de hoofdoorzaak.

De huidige aanpak inzake vrijheidsberoving leidt ertoe dat mensen psychisch dood gemaakt worden. De mens wordt herleid tot een “crimineel”, wat gelijk staat met een nummer, een object.

De gevangene verliest zijn menselijke waardigheid, zijn persooonlijkheid. Voor de langgestraften wordt de gevangenis een afdaling in “Hadès”, een helletocht, waarbij ze er vaak slechter uitkomen dan ze werden opgenomen. Vele gevangenen en vooral de langgestraften, verlaten de gevangenis zonder enige toekomstvisie, met verlies van job, vaak ook verlies van woning, sociale en/of familiale contacten en een stilstaand beeld inde tijd. Weinigen zijn nog gemotiveerd en worstelen met de verwerking van de opgelopen frustraties.

Het wordt tijd dat politici, beleidsmakers, justitiemedewerkers en de maatschappij een moderne, sociale kijk krijgen op de detentie en de gedetineerden. Er moet echt aandacht besteed worden aan rehabilitatie en re-integratie. Ook gedetineerden vertegenwoordigen een waardevol maatschappelijk kapitaal.

Een sociale visie op detentie betekent niet “straffeloosheid” maar wel een andere aanpak van detentie. Er moet geïnvesteerd worden in mensen en een systeem dat de mensen beter moet maken en dit in de tijd die nodig is. De tijd van lineaire straffen in de tijd zou moeten omgeschakeld worden naar een tijd van effectieve begeleiding en opvolging. Individuele trajectbegeleiding en opvolging zou moeten ingevoerd worden, met een vorm van deliberatie aan het einde van het traject.

Laat ons de “kanker” die gevangenis genoemd wordt uitroeien met alle middelen en streven naar instellingen waar gevangenen een traject doorlopen en een toekomstvisie leren ontwikkelen. Detentiehuizen moeten ontmoetingsplaatsen worden tussen gedetineerden en de maatschappij.

Wie ben ik ?

Beste lezer,
Wij brengen u graag een nieuw artikel geschreven door een van de geïnterneerden van P.I. Beveren over identiteit tijdens een verblijf in de gevangenis.

Tot vorig jaar wist ik nog duidelijk wie ik was of wat ik was, totdat de vierschaar besloot mij een andere status aan te meten. Vanaf dat moment kreeg ik de status van “crimineel ” met alle voordelen aan die status verbonden. Er werd mij een staatshotel met all-in formule toegewezen. Wist ik op dat ogenblik veel wat dat zou kunnen betekenen.

Nadat ik ingetreden was in de broederschap van de gevangenen leerde ik vrijwel onmiddellijk wie ik was en wat ik was. In de eerste plaats werd ik een nummer, iets, een ding zonder rechten en alleen maar plichten en regeltjes. Ik veranderde van een persoon tot “une chose oubliable”, iets om op te sluiten en te vergeten. Ook de omgeving deed het gevoel van ” vergeetput” sterker aanvoelen. Er is slechts één voordeel aan dit feit en dat is dat je tijd te over hebt om na te denken en het gevangenissysteem te observeren en te bestuderen. Mogelijk een ander voordeel is het feit dat elke keer je je cel verlaat, een “massage” krijgt, door de beambten ook wel “fouille” genoemd.

Los van deze zaken heb ik veel geleerd en vele zaken zullen achteraf nog lang nazinderen. Ook heb ik geleerd dat termen als sociale relaties, re-integratie en rehabilitatie loze woorden zijn. Net zoals de rechters vertrekken de gevangenisdirectie, psychologen en dus ook een groot aantal cipiers van een negatief mensbeeld. De visie ligt mijns inziens ook aan de basis van het feit dat men een enorm menselijk kapitaal onbenut opsluit. Er zijn gelukkig beambten, chefs genoemd, die gerespecteerd worden maar die ook de gevangenen respecteren in hun zijn. Maar hier wilde ik niet over schrijven, dat is misschien iets voor een comic book.

Wat voor mij belangrijk was en is, is dat ik niet slechts een nummer ben maar ook een persoon met verschillende “ik-ken”. In een boekje over kinderfilosofie vond ik een zin die mij deed nadenken. Wij bestaan uit heel veel “ik-ken” die samen mijn ik vormen. Zo leerde ik dat ik niet alleen een gevangene of een crimineel ben maar ook een “opgelegd contact” voor de andere medegevangenen. Vriendschap kan of wil ik dit niet noemen maar gedwongen contacten waarbij het ene contact al wat vlotter verloopt dan het andere. Tijdens het bezoek leer je dan dat je naast gevangene of crimineel ook nog vader, grootvader, schoonvader, broer of echtgenoot bent. Deze gevoelens en soms ook beslommeringen kan je dan meenemen naar je cel om toch maar niet die “quantité oubliable” te zijn. Eens op de cel worden die gedachten even gekoesterd, tot er weer eens een slimmerik komt kijken of je niet bezig bent om een “drone” te ontwikkelen waar je zou mee kunnen ontsnappen. Hoe we het gewapend glas, de stalen bouten van 1,5 duim dik,een zestal, die zelf nog 30cm in de beton verankerd zijn, zouden verwijderen, is nog niet tot hun brein doorgedrongen.

Waar er binnen een penitentiair systeem er voor de gevangenen vier belangrijke zaken zijn, nl. ontspanning, voeding – huisvesting, bezigheid en bezoek, lijkt dit bij justitie een project voor de volgende eeuw. Eens een gevangene zijn straf heeft uitgezeten blijft hij gestigmatiseerd. Waar men in de werkelijke wereld zijn “schuld” heeft afbetaald, begint men met een nieuwe lei. Iemand die zijn straf heeft uitgezeten kan na 5 jaar eerherstel aanvragen. Nogmaals bijkomende bezigheidstherapie voor rechters die nu al “overwerkt” zijn.

Ik vraag me dan ook af of ik na mijn verblijf in het staatshotel, nog één van die “ik” figuren ben of kan zijn. Ik vraag me verder af of ik ook een dubbele naam zal krijgen zoals vader-crimineel, grootvader-crimineel, echtgenoot-crimineel,…

Ooit hoop ik dat de gerechtelijke macht en ook onze politici zouden kunnen vertrekken van een positief mensbeeld. Soms lijkt het mij dat zowel de gerechtelijke overheid en de politici de mening toegedaan zijn dat, eens men veroordeelt is, de veroordeelde zijn intelligentie, zijn verworven vaardigheden verliest en verandert in een analfabeet.

Het zou mooi zijn indien een gevangene ook rechten heeft en dan bedoel ik ook afdwingbare rechten, die hem later niet kunnen aangewreven worden. In de PI Beveren maakt men gebruik van het Prison Cloud systeem, dit voor het ” comfort” van de gevangenen. Hierbij wordt dan wel vergeten te melden dat dit systeem vooral gebruikt wordt om een psychologisch profiel van de gevangene op te maken. Dit betekent dat ook de PSD, psycho sociale dienst, een “ik” status over mij opstelt waar ik totaal geen inzage in heb.

Het is dan ook logisch dat ik mij de vraag stel: ” Wie ben ik ” ?

De invloed van gevangenisstraf op je gezondheid.

Beste lezer,

Hierbij een nieuw artikel geschreven door P. uit P.I. Beveren.

Wat doet een gevangenisstraf met je gezondheid?

Een verblijf in de gevangenis brengt negatieve gevolgen met zich mee. Men spreekt van detentieschade: verlies van baan, inkomen (en hierdoor vaak ook huisvesting), het stigma van het strafblad die de reintegratie op de arbeidsmarkt ontzettend bemoeilijkt, een volledige ontwrichting van je sociale leven,… Maar de schade gaat verder. Vrijheidsberoving kraakt een mens. Eenzaamheid en sociaal isolement ondermijnen de draagkracht van mensen. Een vrij onzichtbaar probleem met een zeer negatieve effecten op de gezondheid.

Deze schadelijke effecten van de detentie zijn niet in het minst toe te schrijven aan het feit dat de vrijheidsstraf wordt uitgevoerd in een gevangenis; een instituut dat het totale leven van de mens in al zijn facetten beheerst en dat tevens ertoe neigt het individu tot een object of nummer te maken. Aan de gedetineerde worden de mogelijkheden ontnomen om de persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn leven en voor dat van anderen in handen te nemen; een situatie van verregaande afhankelijkheid van anderen welke de zelfredzaamheid aanzienlijk aantast.

De gedetineerde wordt losgescheurd van alle sociale levensruimten die hem tevoren een gevoel van eigenwaarde gaven. De rol van echtgenoot, vader, kostwinner, werkcollega, buur, kameraad … werd van hem afgenomen of is fundamenteel aangetast. Spijts de veelvuldige contacten met medegedetineerden en een steeds soepelere bezoekregeling (sedert enkele jaren kan de opgeslotene samen met z’n partner ook van zogeheten ‘ongestoord bezoek’ – lees: intiem bezoek – genieten) blijkt, in praktijk, voornamelijk dat de gevoelswereld van de gedetineerde volkomen verstoord en ontwricht geraakt. Concreet hebben we het dan over storingen in de affectieve gevoelswereld: de gedetineerde heeft, door de verwijdering uit de samenleving, lange tijd geen waardige affectiviteitsbeleving meer. Ook bij het opnieuw beleven van diepgaandere menselijke relaties; de zoektocht naar een (nieuwe) levenspartner kunnen er ernstige aanpassingsproblemen optreden.

In de gevangenis, en vanuit simpele overlevingsdrang, heeft men z’n emotionele vaardigheden zodanig lang in het spreekwoordelijke vriesvakje van de ijskast gestopt, dat men het vermogen over de emotionele en relationele vaardigheden geheel of gedeeltelijk kwijt is. Ze zijn geblokkeerd. Vastgeroest. Afgestompt.

Gedetineerden kunnen afglijden in negatieve gevoelens van onzekerheid, angst, wanhoop, onrust en depressie. Deze gevoelens leiden vaak tot een doodswens, de moreel consulenten van de Stichting voor Morele Bijstand aan Gevangenen worden hier regelmatig mee geconfronteerd. Mensen plegen zelfdoding of ondernemen suïcidale gedragingen wanneer zij in ernstige emotionele problemen verkeren.

het Handboek suïcidaal gedrag noemt de aanwezigheid van depressieve symptomen, slaapstoornissen, negatieve perceptie van de eigen gezondheid en afwezigheid van hechte relaties als factoren met voorspellende waarde voor suïcide. Andere risicofactoren zijn: angst en paniek, alcohol en drugsmisbruik, verlies of dreigend verlies, lichamelijke aandoeningen, sociaal isolement. Hopeloosheid lijkt de belangrijkste algemene psychologische kwetsbaarheidfactor te zijn en van alle mensen die suïcide plegen, leed ten minste 75% aan een affectieve stoornis.

Vrijheid blijheid?

Men hoeft er echt geen uitgebreide, wetenschappelijke studies over te raadplegen om te beseffen dat deze vorm van psychische detentieschade, zeker na een zeer langdurige celstraf, nog jaren na vrijlating kan blijven nawerken. Het is een proces waarvan de opgeslotene zich tijdens de detentie reeds op pijnlijke wijze bewust is, waarmee men welhaast iedere dag van de hechtenis geconfronteerd wordt.

Spijts de intentie van de overheid detentieschade zoveel mogelijk te beperken, blijkt dit in de praktijk onhaalbare wishful thinking: iemand uit z’n normale leefomgeving verwijderen, tegelijk verwachten dat die persoon zich in de nieuwe, abnormale leefwereld –die de gevangenis de facto is- normaal zal gedragen, is een welhaast onhaalbare doelstelling. Vaak werkt die detentieschade contraproductief aan wat de samenleving met de gevangene voor ogen had: van hem opnieuw een normaal, sociaal functionerend burger maken. Iemand die echter lange tijd uit de maatschappij werd verwijderd, kan in vele gevallen gewoonweg niet meer normaal functioneren.

Gezondheidszorg achter tralies

Wat zegt de Basiswet?

Art. 87 De gezondheidszorg in de gevangenissen omvat:

  1. de diensten verstrekt door de zorgverleners met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden,

herstellen of verbeteren van de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand van de patiënt;

  1. de bijdrage van de zorgverleners tot de gezondheidspreventie en gezondheidsbescherming van het

personeel en van de gedetineerden.

  1. de bijdrage van de zorgverleners tot de re – integratie van de gedetineerde in de samenleving.

Art. 88 De gedetineerde heeft recht op een gezondheidszorg die gelijkwaardig is met de gezondheidszorg in de vrije samenleving en die aangepast is aan zijn specifieke noden.

Art. 94 Wanneer een behandelende arts van oordeel is dat de geestelijke of lichamelijke gezondheid van een gedetineerde ernstig wordt geschaad door de voortzetting van de detentie of door enigerlei daarmee verband houdende omstandigheden, meldt hij dit, met instemming van de gedetineerde, aan de directeur en aan het diensthoofd van de dienst voor gezondheidszorg bij de penitentiaire administratie.

Discrepantie tussen theorie en prakrijk?

De Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen en de Commissies van Toezicht werden opgericht in 2003. Het behoort tot de opdracht van deze organen om (onafhankelijk) toezicht te houden op de bejegening van de gedetineerden en de ter zake geldende voorschriften. In het jaarrapport van de Centrale Toezichtsraad (2007) staat dat de meeste Commissies van Toezicht van oordeel zijn dat de gedetineerden niet kunnen terugvallen op een gezondheidszorg die evenwaardig is aan die voor de rest van de bevolking, in het bijzonder wat betreft de psychiatrische zorgen.

Wie onderzoek doet naar de situatie in de Belgische gevangenissen komt vroeg of laat bij het Observatoire Internationaal des Prisons (OIP) terecht. Het OIP is een niet – gouvernementele organisatie die in formatie over de situatie in de gevangenissen verzamelt en op basis daarvan wantoestanden aanklaagt. in haar jaarverslag van 2008 haalt zij met betrekking tot de gezondheidszorg volgende gebreken aan:

–          tekort aan personeel

–          tekort aan materiële middelen

–          organisatorische problemen

–          oude lokalen

–          ondermaatse kwaliteit van de zorg

–          geen beleid rond ziektepreventie

–          gebruik van illegale middelen door gedetineerden tijdens detentie
10% van de Belgische gevangenispopulatie werd vorig jaar bevraagd over hun drugsgebruik. Het was de 2e keer in 3 jaar tijd dat het Directoraat-Generaal Penitentiaire inrichtingen van de FOD Justitie en de vzw Modus Vivendi zo een onderzoek uitvoerden. Liefst 36,1% van de respondenten antwoordt drugs te gebruiken. Als redenen voor dat drugsgebruik geven de gevangenen stress (62%) en het vergeten van de problemen (42%) op.