Wie ben ik ?

Beste lezer,
Wij brengen u graag een nieuw artikel geschreven door een van de geïnterneerden van P.I. Beveren over identiteit tijdens een verblijf in de gevangenis.

Tot vorig jaar wist ik nog duidelijk wie ik was of wat ik was, totdat de vierschaar besloot mij een andere status aan te meten. Vanaf dat moment kreeg ik de status van “crimineel ” met alle voordelen aan die status verbonden. Er werd mij een staatshotel met all-in formule toegewezen. Wist ik op dat ogenblik veel wat dat zou kunnen betekenen.

Nadat ik ingetreden was in de broederschap van de gevangenen leerde ik vrijwel onmiddellijk wie ik was en wat ik was. In de eerste plaats werd ik een nummer, iets, een ding zonder rechten en alleen maar plichten en regeltjes. Ik veranderde van een persoon tot “une chose oubliable”, iets om op te sluiten en te vergeten. Ook de omgeving deed het gevoel van ” vergeetput” sterker aanvoelen. Er is slechts één voordeel aan dit feit en dat is dat je tijd te over hebt om na te denken en het gevangenissysteem te observeren en te bestuderen. Mogelijk een ander voordeel is het feit dat elke keer je je cel verlaat, een “massage” krijgt, door de beambten ook wel “fouille” genoemd.

Los van deze zaken heb ik veel geleerd en vele zaken zullen achteraf nog lang nazinderen. Ook heb ik geleerd dat termen als sociale relaties, re-integratie en rehabilitatie loze woorden zijn. Net zoals de rechters vertrekken de gevangenisdirectie, psychologen en dus ook een groot aantal cipiers van een negatief mensbeeld. De visie ligt mijns inziens ook aan de basis van het feit dat men een enorm menselijk kapitaal onbenut opsluit. Er zijn gelukkig beambten, chefs genoemd, die gerespecteerd worden maar die ook de gevangenen respecteren in hun zijn. Maar hier wilde ik niet over schrijven, dat is misschien iets voor een comic book.

Wat voor mij belangrijk was en is, is dat ik niet slechts een nummer ben maar ook een persoon met verschillende “ik-ken”. In een boekje over kinderfilosofie vond ik een zin die mij deed nadenken. Wij bestaan uit heel veel “ik-ken” die samen mijn ik vormen. Zo leerde ik dat ik niet alleen een gevangene of een crimineel ben maar ook een “opgelegd contact” voor de andere medegevangenen. Vriendschap kan of wil ik dit niet noemen maar gedwongen contacten waarbij het ene contact al wat vlotter verloopt dan het andere. Tijdens het bezoek leer je dan dat je naast gevangene of crimineel ook nog vader, grootvader, schoonvader, broer of echtgenoot bent. Deze gevoelens en soms ook beslommeringen kan je dan meenemen naar je cel om toch maar niet die “quantité oubliable” te zijn. Eens op de cel worden die gedachten even gekoesterd, tot er weer eens een slimmerik komt kijken of je niet bezig bent om een “drone” te ontwikkelen waar je zou mee kunnen ontsnappen. Hoe we het gewapend glas, de stalen bouten van 1,5 duim dik,een zestal, die zelf nog 30cm in de beton verankerd zijn, zouden verwijderen, is nog niet tot hun brein doorgedrongen.

Waar er binnen een penitentiair systeem er voor de gevangenen vier belangrijke zaken zijn, nl. ontspanning, voeding – huisvesting, bezigheid en bezoek, lijkt dit bij justitie een project voor de volgende eeuw. Eens een gevangene zijn straf heeft uitgezeten blijft hij gestigmatiseerd. Waar men in de werkelijke wereld zijn “schuld” heeft afbetaald, begint men met een nieuwe lei. Iemand die zijn straf heeft uitgezeten kan na 5 jaar eerherstel aanvragen. Nogmaals bijkomende bezigheidstherapie voor rechters die nu al “overwerkt” zijn.

Ik vraag me dan ook af of ik na mijn verblijf in het staatshotel, nog één van die “ik” figuren ben of kan zijn. Ik vraag me verder af of ik ook een dubbele naam zal krijgen zoals vader-crimineel, grootvader-crimineel, echtgenoot-crimineel,…

Ooit hoop ik dat de gerechtelijke macht en ook onze politici zouden kunnen vertrekken van een positief mensbeeld. Soms lijkt het mij dat zowel de gerechtelijke overheid en de politici de mening toegedaan zijn dat, eens men veroordeelt is, de veroordeelde zijn intelligentie, zijn verworven vaardigheden verliest en verandert in een analfabeet.

Het zou mooi zijn indien een gevangene ook rechten heeft en dan bedoel ik ook afdwingbare rechten, die hem later niet kunnen aangewreven worden. In de PI Beveren maakt men gebruik van het Prison Cloud systeem, dit voor het ” comfort” van de gevangenen. Hierbij wordt dan wel vergeten te melden dat dit systeem vooral gebruikt wordt om een psychologisch profiel van de gevangene op te maken. Dit betekent dat ook de PSD, psycho sociale dienst, een “ik” status over mij opstelt waar ik totaal geen inzage in heb.

Het is dan ook logisch dat ik mij de vraag stel: ” Wie ben ik ” ?