IK NOEM HAAR ROSIE .

De tuin der lusten.
Ik kan haar zien vanuit mijn cel. Ik probeer haar zoveel mogelijk aan te staren.
Dit maakt me gelukkig. Ze is mooi, aantrekkelijk.. soms denk ik ook dat ze lekker
ruikt, maar daarvoor is ze te veraf. En dan droom ik van een opkomende Marilyn
Monroe.. wind die haar geuren tot hier drijven. Soms zou ik alles om haar heen
willen wegplukken, blaadje per blaadje, laagje per laagje om tot haar kern-gele
hart te komen.
Maar het is niet al rozengeur, ze is ook een beetje verwilderd, niet bijgeknipt, omringd
door onkruid. Ik ben zo bang dat dit haar zal beïnvloeden, ooit misschien totaal zal
verwilderen.
Noem jij haar maar prinses, koningin der koninginnen, of een andere exotische
naam. Voor mij lijkt haar naam Rosie zo passend voor wie ze echt is. Ook een
beetje uniek in dit stenen- en ijzeren landschap. Tussen al dat koude geweld geef
jij me warmte en ook een beetje toekomst. Lynn Anderson zong ooit vol lof over jou,
Rose Garden, welnu, ik ben een groot aanbidder…